|
Toen we in het hotel in de oude koningsstad Polonnaruwa aankwamen, werden we gewaarschuwd om
‘s avonds niet buiten het terrein van het hotel te komen. Dat zou gevaarlijk kunnen zijn omdat we wilde olifanten zouden kunnen tegenkomen.
De volgende ochtend begaven we ons naar de oude ruïnestad met een behoorlijke variatie in stijl en een hindoeïstische invloed. Onderweg stopten we bij een beeld van koning Parakramabaha uit de 12 eeuw AD. Onder zijn bewind heeft Sri Lanka de grootste welvaart ooit gehad. Hij is ook degene die de stuwdam liet bouwen waar we overheen reden. Het stuwmeer was bedoeld voor de watervoorziening. Hij was heel vooruitstrevend. |
|
Toen we de bus uitstapten werden we omzwermd door de onvermijdelijke verkopers die hun waren aan je probeerden op te dringen. Alle gebouwen die we gingen bezoeken zijn tegen de 1000 jaar oud. Er ligt nog heel veel begraven. Hier staan ook de tempels van de tand. Daarvan zullen we er ook een in Kandy gaan bezoeken. Het houdt in dat hier ooit een kistje aanwezig was met een tand van Boeddha.
|
In de gebouwen zie je sleuven waarin houten palen stonden waarop de verdiepingen en de bronzen of houten daken rustten. Waarom ze dat nu deden met hun soms technisch geavanceerde bouwstijlen is me een raadsel, want door rot en brand stortte alles gewoon in. Opmerkelijk was het stenen boek met drie pagina’s, het Gal Pota. De letters waren vroeger volgegoten met ijzer. Het verhaalt over de daden van een der koningen. |
|
|
Opmerkelijk waren ook de septic tanks die ze hadden, heel vooruitstrevend. Het waren putten met uitstekende stenen ringen. De stenen waren poreus. Als het rioolwater erin stroomde, dreef het sediment aan de oppervlakte. Het water sijpelde door de poreuze stenen de grond in en het sediment bleef op de ringen liggen waardoor de poriën van de poreuze stenen niet verstopt raakten. |
Hier en daar waren nog de resten van ooit prachtige fresco’s te zien. Er stond ook een boom, overwoekerd door een parasiet die op zijn beurt ook weer overwoekerd was door een parasiet, die op zijn beurt ……… Het was al de vierde. De oorspronkelijke boom was al dood. Vlakbij het stenen boek stond nog een prachtig rond beeldenhuis, de Vatadage, met vier toegangstrappen met de onvermijdelijke maanstenen en in het midden een kleine Dagoba |
|
|
|
|
|
Toen we daar vandaan wegliepen, gingen we naar de kraampjes aldaar die verfrissingen aanboden. Voor een paar roepies kochten we een kokosnoot met een rietje om de heerlijke kokosmelk er uit te slurpen. |
|
|
|
Daarna bezochten we de beroemde liggende Boeddha. Deze enorme Boeddha is zo beroemd omdat hij in de rotsen is uitgehouwen en niet uit een stuk steen dat verwisseld kan worden als er iets fout gaat. Het geheel werd gecomplementeerd met een bezoek aan het museum dat bij de oude ruïnestad hoort. Dat hadden we echter beter eerder kunnen doen, dan hadden we meer begrepen van wat we die ochtend gezien hadden.
|
|
Na de lunch werden we opgehaald voor een safari. Dat was een fantastische trip. We zagen prachtige pauwen en ijsvogels en ook nog een mooie slangenadelaar in het schilderachtige landschap.
We reden door uitgestrekte rijstvelden met hier en daar terrasbouw. Je zag mensen handwerk verrichten maar ook met een machinale ploeg werken. Zo te zien was dat ook nog best zwaar werk. |
|
|
Er is een enorm irrigatiesysteem waarvoor ze nog steeds sleuven graven. Onderweg zagen we mensen zich wassen en de was doen in het stuwmeer met helder water maar ook in de modderige rivieren. Toch wordt alles en iedereen schoon. In het meer leek het wel een groeps- of familiegebeuren. Ook aan de pompen werd gewassen.
Verder zagen we mensen bezig met allerhande dingen en kinderen die enthousiast naar ons zwaaiden. Onderweg werd er een cocktail voor ons klaargemaakt al of niet aangevuld met arak, een alcoholische drank gemaakt van kokosnoten. Daarna denderde het weer verder over de modderige wegen met gaten en kuilen. Een van de jeeps kreeg nog een lekke band. Na de reparatie hobbelden we weer verder waarbij je af en toe fiks door elkaar werd geschud. De blauwe plekken zitten er nog. In de diepte zagen we nog een authentieke oude lemen hut die nog steeds bewoond werd. Voldaan kwamen we in het donker weer aan in het hotel.
De volgende ochtend vertrokken we richting Dambulla en Kandy. Al gauw stopten we bij een stel watervaranen die op demonstratieve wijze gevoerd werden door een jongeman.
Vlak nadat we een replica van een Boeddhabeeld uit het oerwoud waren gepasseerd, probeerde een olifant de weg over te steken. Het was hem echter te druk op de weg en hij bleef maar waar hij was. |
|
|
We waren op weg naar de grottempels in Dambulla. Een van de vroegere koningen die daar een toevluchtsoord had gevonden liet de grotten later ombouwen tot grottempels. Latere koningen hebben de grotten versierd met prachtige Boeddhabeelden en fresco’s. De oudste tempels zijn het best bewaard gebleven. In een van de tempels gebeurde een wonder dat nog steeds aanwezig is. Je ziet de waterader over het plafond lopen en uiteindelijk druppelt het water in een metalen pot. De pot is bijna tot de rand gevuld maar raakt nooit vol, een wonder dus. Er vindt echter altijd verdamping plaats en als de druppels in de pot vallen, spat het ook op. Dat zal de verklaring zijn. Direct naast de pot is het droog.
|
|
|
Daarna bezochten we een werkplaats waar houtsnijwerk en meubels gemaakt werden. Het meeste gebeurde met oud en ouderwets handgereedschap. Machines werden nauwelijks gebruikt, alleen een draaibankje om rondhout te maken. |
|
Voor de grottempels hadden we ook nog een batikfabriekje bezocht. Sommigen van ons werden aangekleed. Er moest ook een man bij zijn. Iedereen bleef staan en een paar groepsleden vond dat ik dat wel kon doen. Ik werd aan gekleed door een mooie Singalese jongedame. Het onderste deel paste, maar het bovenste deel was ‘een tikkeltje’ te klein. Eerst even op de foto en vervolgens werd ik door de mooie jongedame weer uitgekleed. Mijn dag kon niet meer stuk. |
|
|
Vervolgens brachten we een bezoek aan een kruidentuin. Alles werd uitgelegd en als je die man hoorde, zouden we bijna het eeuwige leven hebben als we dat allemaal gingen gebruiken. De massage heeft in ieder geval niet lang geholpen. De vanille daar is volgens hem de echte, een soort boon en niet de opgerolde gedroogde bladeren die we in Indonesië zagen. Nadat we kruiden gekocht hadden, werden we door Lien getrakteerd op een cocktail. Zij was die dag jarig. Natuurlijk hebben we uitbundig voor haar gezongen. |
|
|
In het donker bereikten we het hotel in het moderne, bruisende stadje Kandy. Tijdens het diner kwam de band nog bij onze tafels staan om verzoeknummers te zingen en spelen. Natuurlijk probeerden ze ook hun cd aan ons te slijten. Ik denk niet dat ze rijk geworden zijn van de Kras groep. Met de ouderwetse lift, afkomstig uit India, begaven we ons later naar onze kamer. |
|
|